Grenzen aangeven: het klinkt eenvoudig, maar dat is het zeker niet altijd. Waar een douane precies in de gaten kan houden wie er over een landsgrens heen gaat, ligt dat voor jouw persoonlijke grenzen wat moeilijker. Hoe kun je jouw grenzen herkennen? Herken je ze zelf bijvoorbeeld wel? En belangrijker nog: hoe voorkom je vervolgens dat iemand eroverheen gaat? Leren grenzen aangeven is de truc! In 4 stappen! Zie document: Oefen met leren grenzen aangeven.

Als mensen over je grenzen heen gaan, voelt dat verre van fijn. Je kent vast wel situaties waarin een ander over je grens heen ging. Bijvoorbeeld die ene collega die je overlaadt met werk, terwijl je agenda al goed gevuld is. Of een opdrachtgever die je denkt elk moment van de dag te kunnen bellen. Of je partner die veel dingen in het huishouden van jou verwacht, naast de drukke bana, en zelf weinig doet. Het voelt niet oké, maar tegelijkertijd vind je het lastig om op tijd aan de bel te trekken.

Grenzen hebben is dan ook iets anders dan je grenzen aangeven. Dat laatste is niet voor iedereen even makkelijk. Maar heel belangrijk is het wel.

Om meerdere redenen is het heel belangrijk dat jij je grenzen aangeeft. Niet alleen voor jezelf overigens, maar ook voor de ander.

  • Je creëert duidelijkheid voor jezelf en voor de ander.
    Je weet zelf heel duidelijk tot waar je gaat. En ook de ander heeft helder wat hij wel en niet van je kan vragen.
  • Het bevordert je zelfvertrouwen.
    Je geeft aan jezelf een signaal af dat je niet over je heen laat lopen. Daarbij luister je naar je eigen behoeften.
  • Zo voorkom je een slachtofferrol.
    Als je over je grenzen laat gaan, sta je iets toe waarvan je weet dat het niet oké is. Het voelt misschien alsof een ander misbruik van je maakt. Voorkom dat nare gevoel door te zeggen waar jouw grenzen liggen.
  • Je krijgt meer respect van anderen.
    Je laat zien dat jij opkomt voor je belangen. Oftewel: anderen weten dat ze niet zomaar alles op je kunnen afschuiven.
  • Je gaat stress tegen.
    Met heldere grenzen voorkom je dat je agenda dichtslibt, dat je werkplezier afneemt of dat je zo hard werkt dat je continu moe bent. Oftewel: je voorkomt stress en de lichamelijke klachten die met stress samenhangen.